Tariefvoorschriften

Actualisering, d.w.z. het verhogen van de tarieven, is niet populair, maar het moet gebeuren. Openbaar vervoer betekent immers presteren en vervoersbedrijven maken hiervoor kosten: voor tractiestroom, brandstof, personeelssalarissen, materiaal en onderhoud van voertuigen en faciliteiten of voor investeringen.

Deze kosten stijgen van jaar tot jaar. Om de vervoersdiensten in stand te kunnen houden en te kunnen investeren, is het noodzakelijk om de hogere kosten te absorberen.

Een betrouwbare prognose van de tariefinkomsten en een gereguleerde procedure betekenen planningszekerheid voor vervoersbedrijven, vooral voor bedrijven die jaren van tevoren moeten calculeren in een concurrerende omgeving.

Een opschorting van de tariefverhogingen kan alleen worden gerealiseerd als de ontbrekende middelen uit andere bronnen worden gecompenseerd.

De VRS en de vervoersmaatschappijen hebben namelijk maar twee hefbomen tot hun beschikking om stijgende kosten te compenseren: tarieven en vervoersdiensten.

De vervoersbedrijven hebben de mogelijkheden voor rationalisatie en kostenbesparingen in de afgelopen jaren al grotendeels benut. Bovendien kunnen de overkoepelende doelstellingen van een ommekeer in het vervoer en klimaatbescherming niet worden bereikt door te snijden in het openbaar vervoer.

Er gaan herhaaldelijk stemmen op om af te zien van tariefverhogingen of om de tarieven te verlagen. De redenen hiervoor zijn meestal begrijpelijk en in feite bereikt de financiering van de gebruiker zijn grenzen.

Iedereen moet echter duidelijk zijn in de discussie: Wie pleit voor een bevriezing van de tarieven moet ook kunnen zeggen hoe dit gefinancierd moet worden. Het probleem kan alleen worden opgelost als de fundamentele structuur van de financiering van het openbaar vervoer wordt veranderd.

Op dit punt wordt echter geen beroep gedaan op het VRS en de vervoersmaatschappijen, maar op de wetgever, in de eerste plaats de federale regering.

De wens naar goedkopere tickets is begrijpelijk, aangezien de mobiliteitskosten van mensen stijgen, of ze nu met het openbaar vervoer of met de auto reizen.

De VRS biedt al redelijk geprijsde tickets. Ruim onder de prijs van maandabonnementen liggen de JobTicket/Bulk KlantTicket of het Deutschlandticket.

Incidentele klanten krijgen korting als ze VRS tickets kopen als HandyTicket of OnlineTicket. De AzubiTicket is ook een gunstig aanbod voor jongeren om 24 uur per dag mobiel te zijn.

Het VRS biedt over het algemeen "flat fare" producten voor alle leeftijdsgroepen, die niet alleen geldig zijn in het hele netwerk, maar ook 365 dagen per jaar.

De ervaring leert dat een goede dienstverlening met frequente tussenpozen, lange diensttijden, korte verbindingen en moderne voertuigen en een goede kwaliteit van de dienstverlening de belangrijkste criteria zijn om passagiers aan te trekken. De beschikbaarheid van parkeerplaatsen en reistijden met het openbaar vervoer of de auto spelen ook een doorslaggevende rol bij de keuze van de vervoerswijze.

Goedkopere tarieven zijn een stimulans om over te stappen op het openbaar vervoer. Ze zijn echter niet de belangrijkste reden waarom mensen overstappen van de auto naar het openbaar vervoer. Volgens enquêtes zijn punctualiteit, betrouwbaarheid, frequentie en aantrekkelijke diensten belangrijkere indicatoren. Als de tarieven worden verlaagd, leidt dit altijd tot inkomstenverlies voor de vervoersbedrijven, dat niet kan worden gecompenseerd door de toename van nieuwe passagiers.

De reden hiervoor ligt in wat bekend staat als prijselasticiteit. Dit verwijst naar de procentuele verandering in de vraag als gevolg van een prijsverandering. Studies tonen aan dat lokaal openbaar vervoer een relatief inelastische markt is. Dit betekent dat zelfs grote prijsveranderingen slechts tot kleine veranderingen in de vraag leiden. In de vakliteratuur wordt gesproken over bandbreedtes. Hieruit blijkt dat de winst van nieuwe passagiers slechts 30 tot 60 procent van het verlies aan inkomsten compenseert. Daarbij komen nog de kosten als de voertuigcapaciteit moet worden verhoogd of de infrastructuur moet worden uitgebreid vanwege de toegenomen vraag.

In het VRS hebben de vervoersbedrijven die deel uitmaken van de vervoersvereniging soevereiniteit over de tarieven.

De toekomstige tarieven worden daarom bepaald in de bedrijfsadviesraad. De politieke vertegenwoordigers in de verenigingsvergadering van de VRS moeten vervolgens hun goedkeuring geven.

De tariefadviesraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van de bedrijfsadviesraad en de bijzondere verenigingsvergadering, dient als voorlopig adviesorgaan. De tariefadviesraad heeft enkel een adviserende functie.

Meer informatie op:

De VRS-organisatie